Fashionably Lagos
voor VPRO Metropolis
Afgelopen week stond Lagos, de grootste stad van Nigeria, in het teken van Lagos Fashion Week. Een evenement waar ruim 50 designers hun nieuwste collecties presenteren aan de wereld. De Nederlandse stijlantropoloog Carmen Hogg was erbij en deed voor Metropolis verslag van de Fashion Week. Ze ontdekte een bruisende stad vol met nieuwe creatieve energie.
Lagos heeft ontzettend veel inwoners. Volgens de officiële cijfers zijn het er ruim 21 miljoen, maar de bewoners schatten het aantal eerder op ruim 30 miljoen. Van rijk tot arm komen mensen naar de Nigeriaanse stad: “Lagos is where it is happening”, zeggen ze hier. Niet zo gek dus dat de stad maar blijft groeien.
Tien jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met mode uit Afrika, tijdens een onderzoek in Ghana. De manier waarop mensen in steden op het Afrikaanse continent met stijl en mode omgaan, vind ik inspirerend. Het is naar mijn idee rijker en creatiever dan bij ons. Cultuur en de bijbehorende stijlitems zijn verweven met internationale trends. Dat brengt, samen met de kracht om van niets-iets te maken, veel moois.
Fashionably late
In Lagos is tijd relatief. Logisch, want als elektriciteit niet altijd werkt en er chronisch files zijn, is het lastig om ‘op tijd’ te komen of te starten. Lagos Fashion Week start, geen verrassing, ook niet op tijd. Overal staat aangekondigd dat het evenement van start gaat op woensdag 24 oktober. Maar bij het ophalen van mijn perskaart, blijkt dat er de volgende dag nog niks te zien is. Er is slechts een diner voor genodigden. Dat geeft mij mooi de tijd om nog even niet in de high fashion te duiken maar naar Balogun, de lokale markt, te gaan.
Mijn chauffeur, meneer Abraham, vraagt me wat ik wil kopen op de markt. Ik probeer hem uit te leggen dat ik niet direct een missie heb maar dat ik de markt wil ervaren. Hij lijkt het niet te begrijpen. Logisch, want in Lagos ga je niet naar de markt voor de lol. Het is er heet, stoffig en ontzettend druk. Drie dingen die je, als het even kan, probeert te vermijden. Je gaat alleen naar de markt als je iets nodig hebt: dat doe je doelgericht, vastberaden en snel.
“Oyibo, koop deze mooie broek van mij”, is het eerste wat ik hoor zodra meneer Abraham en ik ons een weg banen door de mensenmassa. Oyibo betekent ‘wit persoon’ in Nigeria. Ik ken de term, maar hoor hem in Lagos alleen op de markt - dé plek waar de mensen geen blad voor de mond nemen. Meneer Abraham is een kleine man die de markt op hoog tempo doorkruist. Ik probeer hem bij te benen, maar dat is lastig. Het krioelt er van de mensen. Van voor en achter komen auto’s en okada’s (de taximotor) je haastig tegemoet rijden. De gezichten van de bestuurders staan op oneindig, dus als voetganger moet je uitkijken en uit de weg gaan. Meneer Abraham is geboren en getogen in Lagos, hij kent de stad op zijn duimpje. Zo ook de markt: hij weet precies waar hij moet zijn voor alle verschillende producten. Hij leidt me zonder problemen naar de plek waar ik een traditionele Yoruba hoed kan kopen en besluit dan ook nog eens de onderhandeling namens mij te voeren. Gastvrijheid en service zijn hier belangrijk. Ik hoef alleen maar aan te geven wat ik wil, meneer Abraham regelt de rest. Servicegericht is de lieve oude man, zoals een echte Lagosiaan.
Dutje doen
Donderdag vertrekken Coco Olakunle, de fotograaf, en ik in een Uber naar de Fashion Week. Nergens is de precieze locatie te vinden, dus we voeren alleen een straatnaam in. Maar eenmaal in de straat is nergens een teken te vinden van een Fashion Week. We proberen te bellen met het nummer dat op de site van de Fashion Week staat, maar dat staat uit. Na wat aandringen rijdt de chauffeur nog wat verder en dan zien we de grote banners hangen met de woorden: Lagos Fashion Week.
Een groot braakliggend terrein is omgetoverd tot hotspot voor modieus Lagos. Hekken waarop grote banners met prachtige campagnefoto’s zijn bevestigd, zetten de toon. We zijn precies op tijd. Hoewel, eenmaal binnen zie ik dat er nog druk wordt opgebouwd. Ik had beter kunnen weten…
Buiten spreek ik een paar bezoekers die ook op tijd zijn. Ekow Barnes is speciaal uit Accra overgevlogen voor deze modeweek. Hij is zelf model en pendelt tussen Accra en Kaapstad. “Ik ben hier om vrienden te steunen, om de laatste mode te zien en om te netwerken”. Edwin Okolo, managing editor bij de September Standards, komt voor een specifieke designer: “Ik ben speciaal gekomen voor het modemerk Maxivive. Zij maken altijd interessant werk dat het gesprek over gender weet aan te wakkeren.” Ook de Nigeriaanse straatstijl fotograaf Stephen Tayo is er al. Hij is bezoekers aan het fotograferen voor Vogue en voor GQ Magazine. Ook ik mag op de foto. Hij kijkt het meeste uit naar de randprogrammering: “De feestjes zijn altijd het beste onderdeel. Wij in Lagos kunnen feesten als geen ander!”
Coco en ik lijken de enigen te zijn die last hebben van de vertraging. De rest van de pers en genodigden zit er ontspannen bij. Een paar cameramannen en fotografen die naast me op de grond zitten zijn zelfs in slaap gevallen. Na uren knalt er ineens muziek uit de speakers. De lichten gaan uit en de spots aan.
De klapper van de donderdag is de show van Maxivive. Papa Oyeyemi, de oprichter van het merk, staat in Lagos bekend als iemand die altijd de grenzen opzoekt. Hij is geliefd bij velen, maar wordt ook bekritiseerd door meer conservatieve stemmen. In zijn collectie probeert hij de traditionele denkwijzen rondom gender en seksuele geaardheid te doorbreken. Zijn mannelijke modellen dragen sluiers en kleding met teksten als ‘buysexual’, ‘all that glitters are cocks and diamonds’ en ‘this dick needs a private jet’. “Iemand moet het doen”, zegt hij als ik hem vraag naar de uitgesproken statements van zijn kleding. “We zijn in Nigeria nog erg conservatief als het gaat om gender en sex, ik probeer dat te doorbreken.”
In Lagos doen ze niet aan after-parties maar aan pre-parties. Ik word uitgenodigd voor de pre-party van Bubu Ogisi, de dame achter het modemerk IamIsigo. Bubu staat bekend om haar artsy, rauwe en natuurlijke stijl. Haar studio is behangen met aluminiumfolie. Op het balkon raak ik aan de praat met Kofo, die bij het modemerk Waffles ‘n Cream werkt. “Heb je dit gezien, weet jij wie dit is?”, vraagt ze, terwijl ze me een filmpje laat zien van de bekende Britse fashion journalist Suzy Menkes die ook in Lagos is en een Waffles ‘n Cream pak aan heeft. Een geel pak met patronen erop en grote afdrukken van Jezus. In het filmpje grapt ze dat ze “Jezus tussen haar benen heeft”. Ironische, droge Britse humor en ontzettend goede publiciteit voor Waffles ’n Cream. Kofo en ik moeten erom lachen.
Geen Afrikaanse prints
De laatste dag van de Fashion Week is de dag van alle grote namen. We stoten ons niet weer aan dezelfde steen en besluiten deze keer niet op tijd te komen. En dat blijkt een goed besluit. We hebben zelfs nog wat tijd om een paar bezoekers te spreken en fotograferen.
Zoals Kevin die uit Abuja, de officiële hoofdstad van Nigeria, is overgekomen. Lagos Fashion Week is voor hem hét moment waarop hij helemaal zichzelf kan zijn en lekker uit kan pakken. Hij wijst ons op zijn outfit: “Zo loop ik niet iedere dag op straat. Ik draag vandaag een outfit die op mijzelf is geïnspireerd. Eigenlijk wilde ik geen legging aan doen en alleen deze doorschijnende broek, maar je weet hoe we hier zijn… Ik heb er toch maar iets onder gedaan.”
We krijgen maar liefst 18 shows te zien. Geen enkele ontwerper heeft de bekende ‘Afrikaanse print’ verwerkt in de kleding. Als er wordt gesproken over mode van het Afrikaanse continent wordt vaak de link gemaakt met deze Afrikaanse print. De prints worden veel gedragen door (West)-Afrikanen, maar zijn niet persé fashion. Het heeft vaak meer te maken met cultuur. Het is kleding die mensen laten maken door een kleermaker om te dragen bij culturele gelegenheden of naar de kerk. De Afrikaanse print is bovendien een importproduct: de grootste fabrikant is het Nederlandse Vlisco. Ik geloof in ambacht en word vrolijk van modeontwerpers die lokaal gemaakte stoffen gebruiken waarmee ze lokale ambacht stimuleren. En dat zien we voorbijkomen: in Nigeria gemaakte stoffen zoals Ase-oke, Adire en eigen bedrukte batiks, maar ook westerse en oosterse stoffen zoals scuba en zijde. Modellen lopen op de bekende, ongemakkelijke hoge hakken, maar ook zie ik de befaamde Crocs, sneakers, blote voeten en veel zelfontworpen sandalen voorbijkomen.
Mai Atafo is absoluut een van de publieksfavorieten. Hij laat prachtige grijze, minimalistische, bijna Scandinavisch design-achtige ontwerpen zien. De finale show is van Orange Culture. Het gebruik van veel kleur, print en teksten als ‘naked’ op de kleding, maakt zijn collectie op een onverwachte manier interessant. De gezichten van de modellen zijn rood geverfd en ze dragen kappen die lijken op de kappen uit de serie The Handmaid’s Tale.
Aan het eind van deze laatste dag realiseer ik me wat de Lagos Fashion Week zo speciaal maakt. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Fashion Week in Amsterdam, komt iedereen hier met een open blik en er is weinig ruimte voor arrogantie. Lagos heeft een bruisende en inspirerende fashion scene die tijdens Lagos Fashion Week samenkomt, niet alleen op maar ook naast de catwalk. Het event geeft bezoekers een goede impressie van de stand van zaken van mode in Nigeria. Lagos fashion is here to stay!
Carmen Hogg is stijlantropoloog. Voor haar is stijl een manier van praten zonder woorden te gebruiken. “Tien jaar geleden, toen ik ooit voor mijn studie over identiteit en stijl, in de creatieve industrie in Accra belandde, wist ik: mode en stijl in relatie tot West-Afrika, daar moet ik iets mee.” De beelden en gedachten over Afrika die in het Westen heersen, matchen niet met de beleving die Carmen heeft. Ze belichten voor haar maar één werkelijkheid. Met haar werk legt ze een tweede beeld naast het dominante beeld van het Afrikaanse continent; één die barst van de creativiteit en inspirerende mensen.
Dit artikel heb ik geschreven voor VPRO Metropolis en is op hun website geplaatst.